Basisinkomen

Bram van Ojik schreef een boekje over het basisinkomen. 30 jaar later blijkt de discussie actueel. Hij zat 30 jaar later opnieuw in zaaltjes ver weg en dichtbij, te praten over het basisinkomen

In de zomer van 1981 belde ik vanuit een telefooncel aan het strand op Corsica naar het partijbureau van de PPR aan de Singel in Amsterdam om te horen of mijn sollicitatie naar een baan bij de Studiestichting, het wetenschappelijk bureau, succesvol was geweest.

Dat bleek het geval.

Ik was weliswaar tweede geworden, maar de beoogde nummer één had zich op het laatste moment om onduidelijke redenen terug getrokken, dus kreeg ik de baan.

Dolblij was ik. Ik zou ik gewoon doorgaan met het bestuderen van de kwesties die me interesseerden en ik zou er nog voor betaald krijgen ook.

Een van die kwesties was het basisinkomen. Het was de tijd van hoge werkloosheid en snel stijgende arbeidsproductiviteit en de invoering van een onvoorwaardelijk basisinkomen voor iedereen zou het voor mensen mogelijk maken het beschikbare werk eerlijk te verdelen door korter te werken, onbetaald werk te doen, zich in te zetten voor anderen en zich verder te ontplooien zonder dat ze daardoor financieel onmiddellijk in de problemen zouden komen.

Het zou veel bureaucratische rompslomp en betutteling van wie een uitkering krijgt overbodig maken en werknemers zouden minder afhankelijk worden van hun werkgever hetgeen indirect zou leiden tot verbetering van arbeidsomstandigheden, democratisering van arbeidsverhoudingen en een betere beloning van onaantrekkelijk werk.

Kortom: een prachtidee. Toch waren veel mensen er tegen. Het zou veel te duur zijn, niemand zou meer willen werken en voor wat hoort wat: burgers recht op geld geven zonder dat er plichten tegenover staan, zou er gemakkelijk toe leiden dat mensen massaal tot ledigheid zouden vervallen.

Ik schreef er een pamflet over dat verscheen in de serie PPR-Schriften, en gedurende twee jaar reisde ik naar obscure zaaltjes in de verste uithoeken van het land om het idee van een basisinkomen te promoten en de bezwaren te ontkrachten.

Het mocht uiteindelijk niet baten. Voor- en tegenstanders kwamen niet echt nader tot elkaar en het idee zakte langzaam weg in de politieke rangorde.

Groot was dan ook mijn verbazing toen ik, 30 jaar later, midden in een nieuwe recessie met hoge werkloosheid, als leider van GroenLinks, opnieuw in zaaltjes ver weg en dichtbij, veelvuldig de vraag kreeg of een basisinkomen niet zou kunnen helpen om de burger uit armoede en in een baan te krijgen.

En, ja, dat denk ik nog steeds. Het pas uitstekend bij ons ideaal (zie het Beginselprogramma) van een meer ontspannen samenleving waarin we werk, vrije tijd, zorg om anderen eerlijk delen.

Daarom is het goed om met het basisinkomen te experimenteren zoals onlangs in Finland gebeurde, en zoals meerdere steden in Nederland dat willen doen. Dat leert ons iets over de kosten en baten, maar ook over wat ons als mensen drijft en gelukkig (of minder gelukkig) maakt. En dat is letterlijk onbetaalbaar.

Bram van Ojik,

April, 2019


Geplaatst

in

door

Tags: